Restwaarde berekenen is belangrijk
De restwaarde berekenen van een bedrijfsmiddel is een belangrijk gegeven voor je onderneming. Het is belangrijk voor je boekhouding. Je brengt hiermee in kaart hoe je er financieel voorstaat met je bedrijf. Zo ben je goed voorbereid om beslissingen te maken die essentieel zijn voor de bedrijfsvoering. Berekenen van restwaarde is eenvoudig. Je hebt enkele gegevens nodig zoals de aanschafwaarde, de geschatte afschrijving en de periode van gebruik van het product, de machine of de auto. Lees hier meer over de eenvoudige formule om de restwaarde te berekenen.
Wat is de restwaarde?
De restwaarde is de waarde die overblijft nadat je een product – machine, auto of apparaat – een bepaalde periode gebruikt hebt. Stel dat je het product op een bepaald moment wilt vervangen of verkopen dan heeft het alsnog waarde. Dit noemen we de restwaarde.
Hoeveel dat is, kun je ongeveer berekenen. Wat het in werkelijkheid is weet je pas na die bepaalde periode. De aanschafkosten zijn verlaagd door gebruik. Het product is minder waard aan het eind van de levensduur.
Formule voor het berekenen van de restwaarde
De restwaarde is het verschil tussen de aanschafkosten en de kosten van afschrijving.
De formule:
Aanschafwaarde – de afschrijvingskosten per jaar (x het aantal jaar) = restwaarde.
Het is belangrijk om vooraf in te schatten hoe lang je van een bepaald product gebruik wenst te maken. Voor machines, auto’s en apparaten zijn geschatte bedragen bekend die je per jaar als afschrijving verwerkt op de beginwaarde; de waarde op het moment van aanschaf. De levensduur is in de regel ook ongeveer bekend. Door voor een bepaalde periode de afschrijvingskosten af te trekken van de beginwaarde bereken je de restwaarde.
Hoe lang gebruik je een gebruiksmiddel?
Hoe lang je een bepaald product wilt gebruiken is goed om te weten. Daarmee weet je wanneer je toe bent aan het kopen van een nieuw product. Dit neem je mee in je boekhouding. Na gebruik is een product of artikel nog te verkopen tegen de restwaarde. Onthoud dat de restwaarde die je berekent altijd een geschat bedrag is. De werkelijke waarde hangt af van de marktwaarde en de conditie waarin het zich begeeft.
Afschrijving bepalen
Afschrijvingsregels vertellen dat je per jaar maximaal 20 % mag afschrijven op de kosten van aankoop van auto’s, machines en apparaten die je koopt voor je onderneming. Houd er ook rekening mee bij berekenen van de restwaarde van de auto dat eventuele schade moet worden meegenomen.
De restwaarde auto berekenen is het makkelijkst weer te geven via een voorbeeld:
Stel je koopt een bestelbus van ….
De afschrijving die geldt voor de bestelbus is ….. per jaar.
Door voor een bepaald aantal jaren de afschrijvingskosten af te trekken van aanschafkosten – de waarde bij aankoop – kom je uit op de restwaarde van de auto. De dagwaarde. De waarde bij verkoop op moment x.
Het spreekt voor zich dat een auto bij verkoop minder opbrengt na gebruik. Dat is bij (bijna) alle spullen zo. Bij intensief gebruik kan een auto in werkelijkheid een grotere afschrijving ondervinden dan de geschatte afschrijving. Andersom kan een auto ook een hogere restwaarde krijgen als het onderhoud en de service goed is en het gebruik zuinig. De kilometerstand is een essentieel gegeven bij het bepalen van de restwaarde van de auto. Houd daar rekening mee. Maar ook de betrouwbaarheid van een merk speelt een essentiële rol bij het bepalen van de afschrijving. Bij het Nibud vind je een rekentool die een goede indicatie geeft van de kosten van de auto.
De meest gebruikte methode voor het sommen berekenen van de afschrijving is de lineaire methode: elk jaar schrijf je een vast percentage af op de aanschafkosten van de auto.