Wat is eigen vermogen?
Alle bezittingen van een onderneming minus de schulden vormen het eigen vermogen.
In een wat langere omschrijving:
Het verschil tussen alle bezittingen (activa: linkerkant van de balans) en schulden (passiva: rechterkant van de balans) van je onderneming vormt het eigen vermogen. Het eigen vermogen staat aan de rechterkant van de balans, dus onder de passiva. Eigen vermogen kun je zien als een schuld die de onderneming heeft aan haar eigenaren.
Het belang van het eigen vermogen
Het eigen vermogen is een belangrijk gegeven omdat het een indicatie is van de waarde van je bedrijf op een bepaald moment. Als je op dat moment je bedrijf verkoopt, is het eigen vermogen de prijs waarvoor je (theoretisch) de onderneming aan kunt bieden.
Bij het verkopen van je bedrijf zijn naast het eigen vermogen ook andere zaken van belang; de naam die is opgebouwd en de vaste klantenportefeuille.
Het bedrag dat bovenop het eigen vermogen wordt betaald bij verkoop van je onderneming, noemen we de goodwill.
Bij het verstrekken van een financiering zal een bank de verhouding tussen eigen vermogen en vreemd vermogen (solvabiliteit) meenemen in haar beoordeling. Elk bedrijf heeft naast het eigen vermogen ook een vreemd vermogen. Dat is al het geld dat in de onderneming zit van bijvoorbeeld crediteuren, de bank of het geld dat nog betaald moet worden aan een leverancier.
Vreemd vermogen heet ook wel solvabiliteit en is een indicatie in hoeverre een bedrijf op langere termijn haar schulden kan terugbetalen bij een faillissement.
Een hoog eigen vermogen leidt tot een hoge solvabiliteit. Een hoge solvabiliteit biedt meer zekerheid voor een investeerder. De kans dat de financiering wordt verstrekt wordt daarmee groter.
Toename of afname van het eigen vermogen
Het eigen vermogen kan toenemen of afnemen. Wanneer spreek je van een toename en wanneer van een afname van het eigen vermogen? Hieronder een aantal basisgegevens.
Het eigen vermogen neemt af wanneer:
- de onderneming verlies lijdt
- bij een kapitaal terugstorting/privé onttrekking
Het eigen vermogen neemt toe wanneer:
- de onderneming winst maakt
- door een kapitaalstorting/privé toevoeging
Hoe bereken je het eigen vermogen van een organisatie of bedrijf?
Hoe je het eigen vermogen berekent hangt af van het soort bedrijf dat je hebt. Er is een verschil in berekening als het gaat om een eenmanszaak of een vennootschap onder firma (VOF) vergeleken met een besloten vennootschap (BV).
Het eigen vermogen berekenen voor een eenmanszaak of VOF
Bij ondernemingen in de vorm van een eenmanszaak of VOF, is het eigen vermogen een kapitaalrekening. De volgende berekening voor het eigen vermogen is van toepassing:
Eigen vermogen = Resultaat onderneming – privé-opnamen + privé-stortingen
Het eigen vermogen berekenen voor een BV
Bij ondernemingen in de vorm van een BV berekenen we het eigen vermogen volgens deze formule: :
Eigen Vermogen = Maatschappelijk kapitaal – Aandelen in portefeuille (=Geplaatst kapitaal) + Agioreserve + Overige reserve
Maatschappelijk kapitaal en geplaatst kapitaal
Alle aandelen bij elkaar vormen samen het maatschappelijk kapitaal van een onderneming. Dat is goed om te weten. Bij oprichting, of later bij uitgifte van aandelen, worden de aandelen tegen nominale waarde verkocht aan de aandeelhouder. De nominale waarde van deze uitgegeven aandelen vormen samen het geplaatst kapitaal.
Betaalt de nieuwe aandeelhouder meer dan de nominale waarde van de aandelen, dan wordt dit meerdere niet onder geplaatst kapitaal verantwoord maar onder agioreserve. Een term uit de wereld van beleggingen. De agioreserve is een reserve die ontstaat als je aandelen uitgeeft tegen een hoger bedrag dan de nominale waarde. De agioreserve is een vrije reserve.
Indien er winst wordt gemaakt, ontstaat er tevens een overige reserve. De overige reserve kan afnemen door een dividenduitkering.
Eventuele opnames en stortingen door de aandeelhouder worden, in tegenstelling tot de eenmanszaak of VOF, niet verwerkt in het eigen vermogen. In het geval van een opname of storting door de aandeelhouder ontstaat er een rekening-courantverhouding (voor de BV kan dat een bezitting of een schuld zijn) met deze aandeelhouder.