Vreemd vermogen is de naam voor alle schulden die aanwezig zijn in de onderneming. Het is een optelsom van alle bezittingen in een onderneming die (nog) geen eigendom zijn van het bedrijf. Vreemd vermogen bestaat uit geleend geld; schulden en betalingsverplichtingen. Er zijn twee varianten: kort vreemd vermogen en lang vreemd vermogen. Met andere woorden schulden op de korte en op de lange termijn.
Waarom het nodig is
Vreemd vermogen klinkt als vreemd en niet eigen en dat is ook precies wat het is: schulden. Elke onderneming heeft ermee te maken. Daar kun je als ondernemer niet om heen. Het vreemd vermogen plus het eigen vermogen samen vormt het totaal vermogen van een onderneming. Beide zijn nodig voor elke onderneming, omdat het eigen vermogen alleen onvoldoende is voor de oprichting van een bedrijf. Vreemd vermogen, we vermelden het al is onderverdeeld in kort vreemd vermogen en lang vreemd vermogen.
Kort vreemd vermogen
Onder kort vreemd vermogen verstaan we de af te lossen schulden op de korte termijn. Het zijn tijdelijke schulden. Schulden met een looptijd korter dan een jaar. We noemen het ook wel kortlopende schulden of vlottende schulden. Denk aan een rekening van goederen of producten die zijn aangekocht maar nog niet betaald. Of wanneer je iets koopt op afbetaling. Op de meeste rekeningen heb je een betalingsverplichting van 14 tot 30 dagen. Dat is een kortlopende schuld. Soms is dat langer. Kort vreemd vermogen is ook de huur die je betaalt en de nog te betalen omzetbelasting aan de belastingdienst. Ook dat zijn kortlopende schulden. Hieronder enkele voorbeelden van kort vreemd vermogen.
Voorbeelden:
- Afnemerskrediet. De klant heeft besteld en betaald. Dat is een soort schuld aan de klant. Het product, de producten of de dienst moet op korte termijn geleverd worden.
- Leverancierskrediet. Er zijn goederen besteld en geleverd. De nota is nog niet voldaan aan de leverancier. Betaling dient op korte termijn gedaan te worden. De betalingsverplichting is meestal tussen de 14 en 30 dagen. Soms is dat langer.
- Koop op afbetaling. Er is een machine gekocht en geleverd. Deze kan al in gebruik genomen worden. De afbetaling is een schuld. Deze wordt in maandelijkse termijnen betaald.
- Bankkrediet. Als bedrijf sluit je bijvoorbeeld een lening af als je over onvoldoende financiële middelen beschikt. Je kunt over het geld beschikken, maar het is niet van de onderneming. Over het geleende geld betaal je rente.
- Te betalen belastingen. Als je belastingaangifte hebt gedaan en een aanslag ontvangt heb je een kortlopende schuld bij de belastingdienst.
Lang vreemd vermogen
Lang vreemd vermogen zijn schulden te betalen op de lange termijn. Zoals het woord al doet vermoeden heb je hier langer de tijd voor. Bij lang vreemd vermogen heb je langer dan een jaar de tijd om het af te lossen. Dit in tegenstelling tot het kort vreemd vermogen. Schulden met een looptijd langer dan een jaar vallen onder het lang vreemd vermogen. Met een ander woord noemen we dit: langlopende schulden.
Onder lang vreemd vermogen vallen de meeste leningen. Leningen met verplichtingen die een looptijd hebben van 2 tot 9 jaar. Denk hierbij aan hypothecaire leningen zoals een hypotheek op een bedrijfspand of kantoorgebouw. Naast de hypothecaire leningen zijn er de converteerbare leningen. Een converteerbare lening is het beste uit te leggen als een lening die in de toekomst omgezet kan worden in aandelen. Vooral voor starters is dit een interessante mogelijkheid.
Voorbeeld lang vreemd vermogen
- hypothecaire lening
- onderhandse lening
- obligatielening
- converteerbare lening
Hoe bereken ik het vreemd vermogen van mijn onderneming
In een onderneming heb je het eigen vermogen enerzijds en het vreemd vermogen anderzijds. Samen vormen ze het totaal vermogen. Het vreemd vermogen van je onderneming kun je berekenen door het eigen vermogen af te trekken van het totaal aan schulden. Wat overblijft is je vreemd vermogen.
Het kort vreemd vermogen bereken je als volgt; tel alle kortlopende schulden bij elkaar op. Dat zijn de schulden bij de bank en je crediteuren maar ook de belastingen die nog te betalen zijn. Samen vormen ze het kort vreemd vermogen.
Het lang vreemd vermogen bereken je op deze manier: tel alle langlopende schulden bij elkaar op zoals een hypothecaire lening (hypotheek), onderhandse lening en obligatielening.
En dan de balans van de onderneming
Alle bezittingen, het eigen en vreemd vermogen vind je natuurlijk terug op de balans. Dat behoort tot de verplichtingen van elke onderneming. Alle schulden staan op de creditzijde van de balans, ook het vreemd vermogen staat aan de creditzijde. Met een ander woord: de passivazijde. Ook het eigen vermogen plaats je aan de passiva ofwel creditzijde.
De andere kant van de balans – de debetzijde – herbergt alle bezittingen van de onderneming. De debetzijde noemen we ook wel de activazijde, onderverdeeld in vlottende en vaste activa.
Schematisch ziet de balans er als volgt uit:
Activa of debetzijde van de balans:
Vaste activa
Materiële vaste activa
Financiële vaste activa
Vlottende activa
Voorraden
Debiteuren
Overlopende activa
Liquide middelen
Bankrekening
Kassaldo
Passiva of creditzijde op de balans:
Eigen vermogen
Vreemd vermogen
Langlopende schulden
Hypotheek
Financial lease
Doorlopend krediet
Kortlopende schulden
Crediteuren
Te betalen belastingen
Overlopende passiva